De in Nederland voorkomende zoetwatervissen
Rivierprik
Herkenning: De zuigbek is voorzien van een raspschijf, deze is bezet met
een klein aantal tandjes. Er zijn aan elke zijde 7 kieuwopeningen. De zijden en
de buik zij zilverkleurig. Bij geslachtsrijpe dieren is de rug egaal zwart.
Verspreiding: Vrij zeldzaam. Komt in gering aantal voor in de rivieren en
beken. Wordt in zoetwater geboren maar trekt na 3 a 4 jaar naar zee en groeit
daar verder op. Keert na enkele jaren weer terug naar het zoete water om zich
daar voort te planten.
Voedsel: Volwassen prik leeft als parasiet op andere vissen in brak en
zout water.
Lengte afgebeelde vis: 39cm
Lengte to circa: 40cm
Zeeprik
Herkenning: De zuigbek is voorzien van een raspschijf, deze is bezet met
een klein aantal tandjes. Er zijn aan elke zijde 7 kieuwopeningen. Het lichaam
is licht/donker gevlekt.
Verspreiding: Zeldzaam. Trekt vanuit de zee de rivieren op om te gaan
paaien.
Voedsel: Volwassen prik leeft als parasiet op andere vissen in brak en
zout water.
Lengte afgebeelde vis: 80cm
Lengte to circa: 90cm
Beekprik
Herkenning: De zuigbek van een volwassen beekprik is voorzien van een
raspschijf, deze is bezet met een klein aantal, nauwelijks zichtbare tandjes. Er
zijn aan elke zijde 7 kieuwopeningen. De beide rugvinnen zijn vrijwel
aaneengegroeid.
Verspreiding: Zeldzaam. Komt plaatselijk voor in beken. De larve van de
beekprik (herkenbaar door het ontbreken van de ogen) leeft vrijwel geheel
ingegraven in de bodem.
Voedsel: Larven en andere kleine voedseldeeltjes, die ze uit het
langsstromende water filteren. Volwassen exemplaren voeden zich niet en leven
slechts enkele maanden.
Lengte afgebeelde vis: 14cm
Lengte to circa: 16cm
Steur
Herkenning: 4 Bekdraden bij de uitstulpbare, onderstandige bek In plaats
van schubben zijn er 5 rijen beenplaten aanwezig. De bovenste staartlob is
groter an de onderste.
Verspreiding: Zeer zeldzaam. Leeft als trekvis in zoet en zout water,
maar is uit onze binnenwateren als populatie verdwenen. In de Noordzee wordt nog
zeer sporadisch een steur gevangen. In de binnenwateren worden regelmatig
ontsnapte of uitgezette exemplaren van gekweekte steursoorten aangetroffen.
(Sterlet, Siberische en Russische steur) (Het onderscheid is moeilijk)
Voedsel: Hoofdzakelijk kleine bodemdiertjes.
Lengte to circa: 4m
Aal
Herkenning: Het lichaam is slangachtig van vorm. De borstvinnen bevinden
zich direct achter de kop. Op het achterste deel van het lichaam is, zowel onder
als boven, een vinzoom aanwezig die uitloopt in de staartpunt. Buikvinnen
ontbreken.
Verspreiding: Algemeen. Trekt meestal als glasaal van ca. 6 cm lengte
vanuit zee de binnenwateren in. Volwassen exemplaren trekken terug naar zee om
zich voort te planten. De glasaalintrek is tegenwoordig sterk verminderd.
Voedsel: het voorkeursvoedsel bestaat uit insectenlarven en kleine
kreeftachtigen. Grote exemplaren eten ook wel visjes en weekdieren..
Lengte afgebeelde vis: 35cm
Lengte to circa: 125cm
Fint
Herkenning: Lijkt veel op de Elft. Zwarte schoudervlek, vaak gevolgd door
een aantal zwarte stippen. De ogen zijn bedekt met een doorzichtig vlies.
Verspreiding: Zeldzaam. Komt soms voor in zoete wateren die (via sluizen)
in zee uitmonden.
Voedsel: Bestaat voornamelijk uit dierlijk plankton en kleine vis
Lengte afgebeelde vis: 38cm
Lengte to circa: 55cm
Elft
Herkenning: Kan worden verward met de Fint. Zwarte schoudervlek, soms nog
gevolgd door 1 of 2 zwarte vlekken. De ogen zijn bedekt met een doorzichtig
vlies. Het lichaam is hoger gebouwt dan dat van een Fint
Verspreiding: Zeer zeldzaam. Deze trekvis is uit onze wateren verdwenen.
Voedsel: Voornamelijk dierlijk plankton
Lengte to circa: 70cm
Regenboogforel
Herkenning: De bovenkaak loopt door tot ver achter het oog. De voorrand
van de buik-, borst- en anaalvinnen is lichtgekleurd met zwarte omranding. De
staartvin is eveneens zwart omrand. Er is een vetvin aanwezig. De rug is
gemarmerd licht/donker getekend.
Verspreiding: Uitheems. Komt oorspronkelijk uit Noord Amerika. Uitgezette
exemplaren soms in Geul en Maas.
Voedsel: Voornamelijk insecten, insectenlarven, kreeftachtigen en soms
kleine vissen
Lengte afgebeelde vis: 30cm
Lengte to circa: 5cm
Beekforel
Herkenning: Op het lichaam komen rode en zwarte vlekken voor, die meestal
blauw of wit zijn omzoomd. Bovengenoemde vlekken ontbreken op de staartvin. Er
is een vetvin aanwezig.
Verspreiding: Zeldzaam. In verschillende beken wordt getracht door
uitzettingen een natuurlijke forellenstand terug te krijgen. Ook komt beekforel
door uitzettingen voor in het Veerse meer.
Voedsel: Voornamelijk insecten, insectenlarven, kreeftachtigen en soms
kleine vissen
Lengte afgebeelde vis: 28cm
Lengte to circa: 100cm
Bronforel
Herkenning: Over het gehele lichaam verspreid, inclusief de vinnen maar
uitgezonderd de buik, komen zwarte stippen voor.Over beide zijden loopt een
horizontale purperen band. Er is een vetvin aanwezig.
Verspreiding: Uitheems, vrij zeldzaam. Komt oorspronkelijk uit Noord
Amerika. Wordt uitgezet in o.a. het brakke Veerse meer en sommige andere
Delta-wateren. Uitzetting vindt ook plaats in kleine intensief beviste
hengelwateren.
Voedsel: Voornamelijk insecten, insectenlarven, kreeftachtigen en soms
kleine vissen
Lengte afgebeelde vis: 60cm
Lengte to circa: 100cm
Zeeforel
Herkenning: Kan worden verward met de zalm. Heeft een vetvin. Tussen de
achterkant van de vetvin en de zijlijn liggen 14-17 rijen schubben. De bovenkaak
loopt door tot achter het oog. Op het lichaam komen zwarte, min of meer
kruisvormige, vlekjes voor.
Verspreiding: Zeldzaam. Wordt in toenemende mate aangetroffen in het
IJselmeer en de rivieren, maar komt meer voor langs de Noordzeekust en de
Wadden.
Voedsel: Voornamelijk insectenlarven, kreeftachtigen en vis
Lengte afgebeelde vis: 60cm
Lengte to circa: 120cm
Zalm
Herkenning: Er is een vetvin aanwezig. Tussen de achterkant van de vetvin
en de zijlijn liggen 10-13 rijen schubben. De bovenkaak loopt door tot achter
het oog.
Verspreiding: Zeldzaam. Zalm trekt vanuit zee de rivieren op om zich in
de beken aan de bovenloop voort te planten. Uit de Nederlandse rivieren is de
zalmstand verdwenen. Wordt zo u en dan nog wel eens aangetroffen.
Voedsel: Voornamelijk insecten, insectenlarven, kreeftachtigen en vis
Lengte to circa: 150cm
Vlagzalm
Herkenning: De rugvin (vlag) is zeer lang en hoog. Op het lichaam komen
zwarte stippen voor. Er is een vetvin aanwezig. De vis ruikt naar tijm.
Verspreiding: Zeer zeldzaam. Kwam incidenteel in de Nederlandse beken
voor. In een klein aantal beken wordt getracht door uitzetting een natuurlijke
vlagzalmstand terug te krijgen.
Voedsel: Voornamelijk insecten, insectenlarven, en kleine vis
Lengte afgebeelde vis: 28cm
Lengte to circa: 50cm
Houting
Herkenning: Lange vlezige neus boven kleine onderstandige bek. 80-90
schubben op de zijlijn. Er is een vetvin aanwezig.
Verspreiding: Zeer zeldzaam. Kwam vroeger voor in de grote rivieren, maar
is nu verdwenen uit de Nederlandse binnenwateren. Vanaf 1997 weer enkele
meldingen in IJselmeer en Waal.
Voedsel: Dierlijke organismen, met voorkeur voor dierlijk plankton
Lengte afgebeelde vis: 37cm
Lengte to circa: 50cm
Grote marene
Herkenning: Er is een vetvin aanwezig. De bek is vrijwel onderstandig, de
bovenkaak steekt voor de onderkaak uit. Op de zijlijn liggen 95-98 schubben.
Verspreiding: Uitheems, zeer zeldzaam. Wordt zo nu en dan in de
Nederlandse wateren aangetroffen..
Voedsel: Voornamelijk dierlijk plankton
Lengte to circa: 70cm
Kleine marene
Herkenning: Er is een vetvin aanwezig. Op de zijlijn liggen 82-84
schubben. De bek is bovenstandig.
Verspreiding: Uitheems, zeer zeldzaam. Is in de 20e eeuw enkele malen in
ons land aangetroffen.
Voedsel: Voornamelijk dierlijk plankton
Lengte to circa: 30cm
Spiering
Herkenning: Er is een vetvin aanwezig. De bek is bovenstandig. De
spiering heeft een kenmerkende komkommmergeur.
Verspreiding: Vrij zeldzaam. Komt wel algemeen voor in de kustprovincies,
het IJselmeer en de daarmee in verbindingstaande wateren. Ook in de Waddenzee en
de kustwateren leeft Spiering.
Voedsel: Dierlijk plankton en kleine kreeftachtigen. Grote Spiering eet
ook wel vis, meestal kleine soortgenoten.
Lengte afgebeelde vis: 14cm
Lengte to circa: 20cm
Snoek
Herkenning: Anaalvin en rugvin bevinden zich ver achterwaarts op het
lichaam. De kop loopt uit in een platte brede bek. Het lichaam is getekend met
goudkleurige stippen of strepen.
Verspreiding: Algemeen. De snoek heeft een voorkeur voor heldere wateren,
omgeven door plantenrijke oeverzones.
Voedsel: Zijn prooi bestaat hoofdzakelijk uit vis.
Lengte afgebeelde vis: 80cm
Lengte to circa: 140cm
Amerikaanse
hondvis
Herkenning: Over de staartwortel loopt een donkere band. De vinnen bij de
staartvin zijn bolrond. De rugvin ligt ver naar achteren.
Verspreiding: Uitheems zeldzaam. Komt oorspronkelijk uit Noord Amerika.
In Noord-Brabant en Limburg plaatselijk vrij algemeen aanwezig in vennen en
beken. Is goed bestand tegen verzuring van het water.
Voedsel: Voornamelijk insectenlarven, wormpjes, kleine kreeftachtigen en
visbroed.
Lengte afgebeelde vis: 7cm
Lengte to circa: 15cm
Blankvoorn
Herkenning: De bek is eindstandig. Boven in het oog bevind zich een rode
vlek. Voorzijde rugvin boven voorzijde buikvinnen. Op de zijlijn liggen 43-47
schubben.
Verspreiding: Algemeen. Komt voor in allerlei watertypen.
Voedsel: Voornamelijk slakjes en insectenlarven, soms plantdelen.
Lengte afgebeelde vis: 16cm
Lengte to circa: 45cm
Ruisvoorn
Herkenning: De bek is bovenstandig. Voorzijde rugvin duidelijk achter
voorzijde buikvinnen.
Verspreiding: Algemeen. Komt voor in ondiepe plantenrijke wateren.
Voedsel: Voornamelijk insecten en insectenlarven, soms plantdelen.
Lengte afgebeelde vis: 35cm
Lengte to circa: 45cm
Brasem
Herkenning: Kleine exemplaren kunnen verward worden met de kolblei.
Aantal rijen schubben boven de zijlijn bedraagt 12 tot 14. De oogdiameter is
kleiner dan de afstand van het oog tot de punt van de bek. De bek is
onderstandig en ver uitstulpbaar.
Verspreiding: Algemeen. Komt voor in allerlei watertypen.
Voedsel: Voornamelijk insectenlarven, kleine kreeftachtigen en wormpjes
Lengte afgebeelde vis: 40cm
Lengte to circa: 80cm
Kolblei
Herkenning: Wordt vaak verward met kleine exemplaren van de brasem.
Aantal rijen schubben boven de zijlijn bedraagt 8 tot 10. De oogdiameter is
groter dan de afstand van het oog tot de punt van de bek.
Verspreiding: Algemeen. Komt voor in allerlei watertypen.
Voedsel: Voornamelijk insectenlarven, kleine kreeftachtigen, wormpjes en
dierlijk plankton
Lengte afgebeelde vis: 16cm
Lengte to circa: 35cm
Blauwneus
Herkenning: De blauwneus heeft een vlezige snuit. Het voorste gedeelte
van de kop heeft een donkere, blauwachtige schijn. De anaalvin is langer dan bij
de sneep, er zijn 20 tot 25 vinstralen. De onderstandige bek is hoefijzervormig.
In de paaitijd heeft de blauwneus een blauwzwarte bovenzijde en buik en vinnen
worden oranjerood.
Verspreiding: Uitheems, zeer zeldzaam. Uit Oost-Europa afkomstige
riviervis, waarvan exemplaren gevangen zijn in de Neder-Rijn, het Roterdamse
havengebied en enkele Limburgse beken.
Voedsel: Allerlei bodemdiertjes.
Lengte to circa: 50cm
(Schub)Karper
Herkenning: In de Nederlandse wateren komen van de karper 4 verschillende
beschubbingstypen voor. Deze typen worden aangeduid als schubkarper,
spiegelkarper, rijenkarper en naaktkarper. Er zijn 4 bekdraden aanwezig, waarvan
2 in de hoeken van de bek en 2 kortere op de bovenlip. De rand van de rugvin is
hol ingesneden. De voorste vinstraal van de rugvin is stevig en getand.
De rijenkarper is van de andere karpertypen to onderscheiden door het
voorkomen van een enkele rij grote schubben op de zijlijn.
De naaktkarper is van de andere karpertypen te onderscheiden doordat geen
of slechts enkele schubben aanwezig zijn.
Verspreiding: Ingeburgerd, algemeen. Komt door uitzettingen in veel
wateren voor.
Voedsel: Voornamelijk insectenlarven, kleine kreeftachtigen, weekdieren
en wormpjes.
Lengte afgebeelde vis: 60cm
Lengte to circa: 120cm
Spiegelkarper
Herkenning: De spiegelkarper is van de andere karpertypen te
onderscheiden doordat over het gehele lichaam een aantal onregematig geplaatste
schubben van verschillende grootte voorkomen.
Verspreiding: Ingeburgerd, algemeen. Komt door uitzettingen in veel
wateren voor.
Voedsel: Voornamelijk insectenlarven, kleine kreeftachtigen, weekdieren
en wormpjes.
Lengte afgebeelde vis: 40cm
Lengte to circa: 120cm
Graskarper
Herkenning: Kan verward worden met de kopvoorn. Onder de zijlijn liggen 5
rijen schubben. Onderscheid zich van de karper door het ontbreken van bekdraden
aan de stevige onderstaande bek en door de korte rugvin.
Verspreiding: Uitheems, vrij zeldzaam. Oorspronkelijk afkomstig uit
China. Naar Nederland gehaald ten behoeve van waterplantenbeheer. Plant zich in
ons land niet voort.
Voedsel: Bij voorkeur (zachte) waterplanten.
Lengte afgebeelde vis: 70cm
Lengte to circa: 120cm
Zilverkarper
Herkenning: De spiegelkarper lijkt sterk op grootkopkarper.
Verspreiding: Uitheems. Deze van oorsprong uit China afkomstige karper
kan in ons land worden aangetroffen. Via de grote rivieren komt een enkele maal
een uitgezet exemplaar van dit soort ons land binnen.
Voedsel: Voornamelijk algen.
Lengte afgebeelde vis: 70cm
Lengte to circa: 100cm
Grootkopkarper
Herkenning: De grootkopkarper lijkt sterk op spiegelkarper. De
grootkopkarper heeft een kortere kiel onder de buik.
Verspreiding: Uitheems. Deze van oorsprong uit China afkomstige karper
kan in ons land worden aangetroffen. Via de grote rivieren komt een enkele maal
een uitgezet exemplaar van dit soort ons land binnen.
Voedsel: Voornamelijk algen.
Lengte to circa: 100cm
Kroeskarper
Herkenning: Op de zijlijn liggen 33-36 schubben. De rugvin is bolrond. De
5e of de 6e vinstraal is het langst. Bekdraden ontbreken.
Verspreiding: Vrij zeldzaam. Komt voor in stilstaande wateren met veel
plantengroei en een zachte bodem.
Voedsel: Voornamelijk insectenlarven, plantendelen, dierlijk plankton en
slakjes.
Lengte afgebeelde vis: 30cm
Lengte to circa: 50cm
Zeelt
Herkenning: De iris van het oog is oranje gekleurd. De vinnen zijn
bolrond. Er zijn 2 korte bekdraden aanwezig. Onder de dikke slijmhuid bevinden
zich op de zijlijn 95-120 kleine schubben.
Verspreiding: Algemeen. Komt voor in wateren met veel plantengroei en een
zachte bodem.
Voedsel: Voornamelijk insectenlarven, wormen en slakjes.
Lengte afgebeelde vis: 40cm
Lengte to circa: 60cm
Giebel
Herkenning: Op de zijlijn van de giebel of wilde goudvis komen 28-31
schubben voor. De eerste vinstraal is tamelijk hard en getand. De rand van de
rugvin is hol ingesneden. De gekweekte goudvis is een kleurvariëteit van de
giebel.
Verspreiding: Ingeburgerd, vrij zeldzaam. De giebel wordt in ons land
plaatselijk aangetroffen in allerlei wateren.
Voedsel: Voornamelijk kleine diertjes en plantaardig materiaal.
Lengte afgebeelde vis: 20cm
Lengte to circa: 45cm
Goudvis
Herkenning: Op de zijlijn van de goudvis komen 28-31 schubben voor. De
eerste vinstraal is tamelijk hard en getand. De rand van de rugvin is hol
ingesneden. De gekweekte goudvis is een kleurvariëteit van de giebel.
Verspreiding: Uitheems. Werd oorspronkelijk in China en Japan gekweekt.
Komt in ons land voornamelijk als siervis voor in tuin- en parkvijvers. Ook
vormvariëteiten zoals sluierstaarten, worden veelvuldig als siervis gehouden.
Vaak losgelaten of ontsnapt.
Voedsel: Voornamelijk kleine diertjes en plantaardig materiaal.
Lengte afgebeelde vis: 9cm
Lengte to circa: 30cm
Alver
Herkenning: De bek is bovenstandig. Op de zijlijn liggen 48-55 schubben.
De kleur is opvallend zilverachtig.
Verspreiding: Vrij zeldzaam. Komt met name in de rivieren meer algemeen
voor.
Voedsel: insecten, insectenlarven en dierlijk plankton.
Lengte afgebeelde vis: 13cm
Lengte to circa: 25cm
Gestippelde alver
Herkenning: De bek is eindstandig. De zijlijn is gebogen en aan
weerszijden omgeven door zwarte streepjes.
Verspreiding: Zeer zeldzaam. Reeds lang uit de Nederlandse wateren
(riviertjes en beken) verdwenen. Onlangs echter weer ontdekt in enkele Limburgse
beken.
Voedsel: insecten, insectenlarven, kleine kreeftachtigen en wormpjes.
Lengte afgebeelde vis: 12cm
Lengte to circa: 15cm
Roofblei
Herkenning: De punt van de onderkaak valt in een kuiltje van de
bovenkaak. De brede, schuin omhoog gerichte, bek loopt door tot onder het oog.
Verspreiding: Uitheems, zeldzaam. Komt van oorsprong uit het stroomgebied
van de Donau en Oost-Europa. Wordt steeds vaker in de grote rivieren en daarmee
verbonden wateren gevangen.
Voedsel: insecten, insectenlarven en vis.
Lengte afgebeelde vis: 35cm
Lengte to circa: 100cm
Serpeling
Herkenning: Kan worden verward met de blankvoorn. De bek is onderstandig.
De rand van de rug- en anaalvin is hol ingesneden. De iris is geelachtig.
Verspreiding: Vrij zeldzaam. Komt voor in rivieren en beken, maar is daar
sterk achteruit gegaan.
Voedsel: insecten, insectenlarven en andere kleine diertjes.
Lengte afgebeelde vis: 18cm
Lengte to circa: 30cm
Winde
Herkenning: De kleine bek is eindstandig. De rand van de anaalvin is
ingesneden. Op de zijlijn liggen 56-61 schubben.
Verspreiding: Algemeen. Vooral in het IJselmeer en aangrenzende wateren,
in de Biesbosch en het Haringvliet en elders in de grote rivieren. Kan door
uitzetting ook voorkomen in afgesloten wateren.
Voedsel: insecten, kleine kreeftachtigen en soms ook kleine witvis.
Lengte afgebeelde vis: 35cm
Lengte to circa: 80cm
Kopvoorn
Herkenning: Kan worden verward met de graskarper. Onder de zijlijn liggen
3-4 rijen schubben. Het lichaam is cilindrisch, de kop tamelijk plat en breed.
De anaalvin is bolrond.
Verspreiding: Vrij zeldzaam. Wordt hoofdzakelijk aangetroffen in het
stroomgebied van de Limburgse Maas. Komt ook elders in de grote rivieren en een
aantal beken voor.
Voedsel: insecten, insectenlarven, weekdieren, soms plantendelen en
kleine vis.
Lengte afgebeelde vis: 40cm
Lengte to circa: 65cm
Sneep
Herkenning: De bek is onderstandig en ligt onder een vooruitstekende
neus. De hoornig, hard aanvoelende lippen vormen een vrijwel rechte spleet. Op
de zijlijn liggen 56-61 schubben.
Verspreiding: Zeldzaam. Wordt hoofdzakelijk aangetroffen in het
stroomgebied van de Limburgse Maas maar komt stroomafwaarts ook voor.
Voedsel: De sneep schraapt het voedsel, bestaande uit algen en kleine
diertjes, met zijn bek van de stenen.
Lengte afgebeelde vis: 18cm
Lengte to circa: 50cm
Barbeel
Herkenning: De bek is onderstandig met dikke uitstulpbare lippen. Er zijn
4 bekdraden aanwezog, waarvan 2 op de bovenlip en 1 in elke hoek van de bek. De
rand van de rugvin is hol ingesneden.
Verspreiding: Zeldzaam. Wordt hoofdzakelijk aangetroffen in het
stroomgebied van de Limburgse Maas, maar komt in andere grote rivieren ook voor.
Voedsel: Vooral insectelarven, wormpjes en weekdieren.
Lengte afgebeelde vis: 40cm
Lengte to circa: 70cm
Riviergrondel
Herkenning: De bek is onderstandig. Er zijn 2 bekdraden aanwezig, 1 in
elke hoek van de bek
Verspreiding: Algemeen. Komt niet alleen voor, in rivieren, maar ook
plaatselijk in diverse stilstaande wateren.
Voedsel: Voornamelijk insectenlarven en wormpjes.
Lengte afgebeelde vis: 9cm
Lengte to circa: 20cm
Vetje
Herkenning: Op het zichtbare gedeelte van de zeer korte zijlijn liggen
7-13 schubben. De bek is bovenstandig.
Verspreiding: Vrij zeldzaam. Komt plaatselijk in groter aantal voor,
zowel in kleine stilstaande wateren als in grote plassen. Wordt ook gevonden in
beken en kleine rivieren. De aanwezigheid van het vetje wordt vaak niet
opgemerkt.
Voedsel: Voornamelijk dierlijk plankton en plantaardig materiaal.
Lengte afgebeelde vis: 7cm
Lengte to circa: 12cm
bittervoorn
Herkenning: Op de korte, onvolledige zijlijn liggen 34-38 schubben. Op de
achterzijde van het lichaam bevindt zich een horizontale blauw-groene streep. In
het voorjaar zijn de vrouwtjes in het bezit van een zogenaamde legbuis.
Verspreiding: Vrij zeldzaam. Komt plaatselijk in groter aantal voor in
schone stilstaande wateren. De bittervoorn is voor de voortplanting afhankelijk
van de aanwezigheid van grote zoetwatermosselen.
Voedsel: Voornamelijk plantaardig materiaal, dierlijk plankton en
insectenlarven.
Lengte afgebeelde vis: 8cm
Lengte to circa: 10cm
Elrits
Herkenning: De bek is eindstandig. Op de zijden bevinden zich donkere
vlekken. De mannetjes tonen in de paartijd een felgekleurd paaikleed.
Verspreiding: Zeer zeldzaam. Wordt plaatselijk in de Limburgse Geul en in
een beek op de Oostelijke Veluwe aangetroffen.
Voedsel: Voornamelijk insectenlarven en kleine kreeftachtigen.
Lengte afgebeelde vis: 12cm
Lengte to circa: 13cm
Blauwband
Herkenning: De bek is bovendtandig. Er is een, niet altijd goed
zichtbare, donkere band van de neus tot aan de staart. Mannetjes zijn donkerder
van kleur, in de paaitijd staalblauw. Kop en kieuwdeksels zijn dan violet en
roodachtig.
Verspreiding: Uitheems, zeer zeldzaam. Vissoort uit oost-Azië. Breidt
zich naar het westen uit. Is aangetroffen in beken en andere wateren in
Noord-Limburg en in maas en Rijn.
Voedsel: Kleine kreeftachtigen, slakjes en algen.
Lengte to circa: 7cm
Grote
modderkruiper
Herkenning: 10 bekdraden aanwezig, waarvan 4 op de onderlip, 2 in de
hoeken van de bek en 4 op de bovenlip. Over het lichaam lopen donkere banden in
lengterichting.
Verspreiding: Vrij zeldzaam. Komt voor in vele wateren maar is zelden
talrijk.
Voedsel: Voornamelijk bodemdiertjes zoals wormpjes en insectenlarven.
Lengte afgebeelde vis: 18cm
Lengte to circa: 25cm
Kleine
modderkruiper
Herkenning: Er zijn 6 korte bekdraden, waarvan 4 op de bovenlip en 2 in
de hoeken van de bek. Op de flanken ligt een rij grote donkerbruine vlekken. Ook
de kop, de rug en de rug- en staartvin zijn gevlekt. Onder het oog bevindt zich
een gevorkt stekeltje .
Verspreiding: Vrij zeldzaam. Komt plaatselijk, soms talrijk, voor in
uiteenlopende watertypen, maar heeft een voorkeur voor schone, heldere wateren.
Voedsel: Voornamelijk kleine diertjes zoals insectenlarven en wormpjes.
Lengte afgebeelde vis: 12cm
Lengte to circa: 13cm
Bermpje
Herkenning: Er zijn 6 bekdraden van ongelijke lengte aanwezig, waarvan 4
op de bovenlip en 2 in de hoeken van de bek. Lichaam en vinnen zijn onregelmatig
vaag gevlekt. De voorzijde van de rugvin bevindt zich vóór de voorzijde van de
buikvinnen.
Verspreiding: Vrij zeldzaam. Het bermpje komt in veel beken op zandgrond
vrij talrijk voor.
Voedsel: Voornamelijk kleine diertjes zoals insectenlarven en wormpjes.
Lengte afgebeelde vis: 9cm
Lengte to circa: 15cm
Meerval
Herkenning: Er zijn 6 bekdraden aanwezig, waarvan 2 op de onderkaak, 2 in
de hoeken van de zeer brede bek en 2 lange sprieten op de kop vóór de zeer
kleine ogen. De opvallend kleine rugvin bevind zich ver naar voren op het
lichaam. Op het achterste deel van het lichaam is aan de onderzijde een vinzoom
aanwezig.
Verspreiding: Zeldzaam. Komt voor in de Westeinderplassen en de daarmee
in verbinding staande wateren. Wordt ook regelmatig in de rivieren en op andere
plaatsen gevangen.
Voedsel: Voornamelijk vis.
Lengte afgebeelde vis: 80cm
Lengte to circa: 250cm
Bruine
Amerikaanse dwergmeerval
Herkenning: Kan worden verward met de zwarte Amerikaanse dwergmeerval. Er
zijn 8 bekdraden aanwezig, waarvan 4 op de onderkaak, 2 in de hoeken van de bek
en 2 op de kop. De stekels van de borstvinnen zijn aan de binnenkant sterk
getand. Er is een vetvin aanwezig.
Verspreiding: Ingeburgerd, zeldzaam. Oorspronkelijk afkomstig uit
Noord-Amerika. Komt plaatselijk voor in Noord-Brabant en Limburg. Wordt ook wel
aangetroffen in het Hollandse plassengebied en in wateren rond Amsterdam. Wordt
soms vrijgelaten uit aquaria.br> Voedsel: Voornamelijk insectenlarven,
slakjes, visjes en soms plantendelen.
Lengte afgebeelde vis: 24cm
Lengte to circa: 45cm
Zwarte
Amerikaanse dwergmeerval
Herkenning: Kan worden verward met de bruine Amerikaanse dwergmeerval. De
buitenste rand van de anaalvin steekt donker af bij de rest van de anaalvin. Er
zijn 8 bekdraden aanwezig, waarvan 4 op de onderkaak, 2 in de hoeken van de bek
en 2 op de kop. De stekels van de borstvinnen zijn aan de binnenkant niet of
zwak getand. Er is een vetvin aanwezig.
Verspreiding: Uitheems, zeer zeldzaam. Oorspronkelijk afkomstig uit
Noord-Amerika. Er zijn slechts enkele waarnemingen bekend.br> Voedsel:
Insectenlarven, slakjes, visjes en plantendelen.
Lengte afgebeelde vis: 22cm
Lengte to circa: 35cm
Afrikaanse
Meerval
Herkenning: De afgeplatte kop telt 8 bekdraden aanwezig.
Verspreiding: Uitheems. Wordt op enkele plaatsen in ons land gekweekt. Is
in het recente verleden in een aantal wateren terecht gekomen. De
overlevingskans in de winetr is nihil.
Lengte afgebeelde vis: 35cm
Lengte to circa: 130cm
Kwabaal
Herkenning: Onder de bek bevindt zich 1 kindraad. er zijn 2 rugvinnen
waarvan de achterste (vinzoom) doorloopt totaan de staartvin. De buikvinnen
bevinden zich voor de borstvinnen.
Verspreiding: Zeldzaam. Komt in kleine aantallen voor in met name het
Utrechtse plassengebied, in Friesland en in de grote rivieren.br> Voedsel:
Kreeftachtigen en kleine vis.
Lengte afgebeelde vis: 35cm
Lengte to circa: 60cm
Gup
Herkenning: Vorm en kleur van de gup zijn vooral bij mannetjes zeer
variabel.
Verspreiding: Uitheems, zeer zeldzaam. Oorspronkelijk afkomstig uit
Zuid-Amerika. In ons land ingevoerd als aquariumvis. Losgelaten exemplaren
handhaven zich door koelwater verwarmde wateren bij enkele industrieën en
elektriciteitscentrales.
Lengte afgebeelde vis: 4cm
Lengte: mannetjes tot ca. 3cm, vrouwtjes tot ca. 6cm
Driedoornige
stekelbaars
Herkenning: Vóór de rugvin bevinden zich 2-4 stekels. Rug- en anaalvin
bevinden zich ver naar achteren. De mannetjes hebben in de paaitijd een rode
keel en buik en een blauw oog.
Verspreiding: Algemeen. Komt voor in zoete, brakke en zoute wateren. Een
deel van de driedoornige stekelbaarzen zwemt vanuit zee het binnenland in om te
paaien.
Voedsel: Voornamelijk dierlijk plankton.
Lengte afgebeelde vis: 5cm
Lengte tot ca.: 10cm
Tiendoornige
stekelbaars
Herkenning: Vóór de rugvin bevinden zich 9-11 stekels. De buik is
zilverkleurig. Rug- en anaalvin bevinden zich ver naar achteren.
Verspreiding: Algemeen. Heeft een voorkeur voor kleine, plantenrijke
wateren.
Voedsel: Voornamelijk dierlijk plankton.
Lengte afgebeelde vis: 4cm
Lengte tot ca.: 7cm
Baars
Herkenning:De 2 rugvinnen zijn gescheiden, waarvan de voorste uitsluitend
harde stekels heeft. Op de achterzijde van de voorste rugvin bevindt zich een
zwarte vlek. Over het lichaam lopen een aantal verticale, donker banden.
Verspreiding: Algemeen. Komt voor in niet te troebele wateren.
Voedsel: Eet allerlei dierlijk voedsel, maar boven een lengte van 15cm
vooral vis.
Lengte afgebeelde vis: 25cm
Lengte tot ca.: 50cm
Snoekbaars
Herkenning: De 2 rugvinnen zijn gescheiden, waarvan de voorste
uitsluitend harde stekels heeft. De bovenkaak loopt door tot achter het violet
oplichtende oog.
Verspreiding: Ingeburgerd, algemeen. Komt voor in troebele en diepe
heldere wateren. Heeft daarbij voorkeur voor een stevige bodem.
Voedsel: Hoofdzakelijk kleine vis.
Lengte afgebeelde vis: 50cm
Lengte tot ca.: 120cm
Pos
Herkenning: De rugvin bestaat uit een gedeelte met harde stekels en een
gedeelte met zachte stekels. Het lichaam, inclusief de staart- en rugvin is
getekend met donkere vlekjes.
Verspreiding: Algemeen. Komt met name in de grotere wateren en het
IJselmeer voor.
Voedsel: Hoofdzakelijk insectenlarven en kleine kreeftachtigen.
Lengte afgebeelde vis: 15cm
Lengte tot ca.: 20cm
Zonnebaars
Herkenning: Op het kieuwdeksel bevindt zich vaak een oranje-rode, zwart
omrande vlek. De rugvin bestaat uit één geheel, waarin echter een gedeelte met
harde stekels en een hoger gedeelte met zachte stekels zijn te onderscheiden.
Het lichaam is opvallend getekend met blauwachtige flanken, bezet met geelbruine
en rode vlekjes.
Verspreiding: Ingeburgerd, zeldzaam. Komt oorspronkelijk uit Noord
Amerika. Wordt in ons land voornamelijk aangetroffen in vennen en plantenrijke
wateren in Noord Brabant. Verder op sommige plaatsen in en langs de Limburgse
Maas en in Noord- en Zuid Holland.
Voedsel: Hoofdzakelijk dierlijk plankton, insecten(larven) en visbroed.
Lengte afgebeelde vis: 14cm
Lengte tot ca.: 15cm
Rivierdonderpad
Herkenning: De 2 rugvinnen grenzen aan elkaar, het achterste deel is
beduidend langer dan het voorste deel. Op het kieuwdeksel bevindt zich een
omhoog wijzend stekeltje. De ogen liggen dicht bij elkaar boven op de kop.
Schubben ontbreken.
Verspreiding: Vrij zeldzaam. Komt in geringe aantallen voor in beken.
Heeft een voorkeur voor een harde, stenige bodem. In groter aantal te vinden in
grote rivieren en meren met stenen oevers.
Voedsel: Hoofdzakelijk insectenlarven, wormpjes en kleine kreeftachtigen.
Lengte afgebeelde vis: 12cm
Lengte tot ca.: 15cm
Bot
Herkenning: De bek en de ogen van deze platvis staan scheef op de kop. De
rug- en anaalvin zijn zeer lang. Op de zijlijn en op de basis van de rug- en
anaalvin komen kleine beenknobbeltjes voor, die ruw aanvoelen als men hierover
van staart naar kop strijkt.
Verspreiding: Vrij zeldzaam. Komt voor in zee en in brakke tot zoete
wateren, die in zee uitmonden. Trekt als een- of tweejarige vis de zeeopeningen
in.
Voedsel: Hoofdzakelijk kleine kreeftachtigen, wormpjes en kleine vis.
Lengte tot ca.: 50cm
(Diklip)harder
Herkenning: Er zijn drie hardersoorten: De diklip-, de dunlip- en de
goudharder. De drie soorten vertonen een grote gelijkenis. Er zijn 2 korte
gescheiden rugvinnen, waarvan de voorste 4 stekels heeft. De brede bek is
eindstandig.
Verspreiding: Harders, waarvan de diklip het meest algemeen is, komen
vooral in de kustwateren voor. De minder algemene dunlip wordt ook wel
sporadisch in het zoete water aangetroffen.
Voedsel: Hoofdzakelijk algen.
Lengte afgebeelde vis: 30cm
Lengte tot ca.: 70cm